De afgelopen week had een weerbeeld met verschillende gezichten. Vanuit Friesland ontvingen we vorig weekend nog foto’s van een mooie, gesloten dikke laag sneeuw, terwijl we gisteren volop genoten van zeer aangename lenteachtige temperaturen.
De astronomische winter duurt nog vier weken, maar het voorjaar lijkt inmiddels zijn intrede te doen. Een mooie gelegenheid om het trottoir te ontdoen van mos en ongewenste kruiden. In het zonnetje was het buiten zondermeer aangenaam.
In de tuin is goed te zien dat het voorjaar er bijna is. Deze week had daarmee twee gezichten: enerzijds de winter met geveegde paadjes voor de visite en anderzijds het vroege voorjaar met bloeiende krokussen in de tuin.
De dagen zijn langer en de lampen gaan later aan. Waar ik nog maar kort geleden bij lamplicht aan het koken was, komt de warme maaltijd nu bij daglicht op tafel. Alles wijst erop dat de winter ten einde loopt.
Aan het begin van de week stond er echter nog zelfgemaakte erwtensoep op het menu. Het weer en vooral de temperatuur rechtvaardigden robuuste maaltijden. De rode kool met appeltjes en een stevige gehaktbal paste nog prima bij de eerste dagen van deze week.
Nu, enkele dagen later, lijkt het tijd voor Pasen. De pastel- tot felgekleurde accessoires voor de Paasbrunch zijn volop in de winkels aanwezig. We hebben al wel wat voor de eettafel gekocht, maar dat kan nog bijna twee maanden in de kast opgeborgen blijven.
En zo hadden we een week met twee seizoenen. Komende week is het in onze regio voorjaarsvakantie. En ook al lijkt die naam bij dit weer nu toepasselijk, ik noem het stiekem nog heel ouderwets de krokusvakantie en geniet van al het moois dat in de tuin naar boven komt.