Huis- Tuin- & Keukenpraatjes


Elke zaterdag om 11:15 uur een nieuw praatje met een plaatje.

Reacties zijn zeker welkom. Reageren kan via het contactformulier.

Watersnood

Vandaag worden de slachtoffers van de Watersnood van 1953 herdacht. In Nederland waren er 1.836 dodelijke slachtoffers. In de komende week herdenken sommigen ook de stormramp van februari 1825. Dat is dit jaar exact 200 jaar geleden.

Het Nederlandse volk heeft altijd een haatliefdeverhouding met de zee gehad. Diverse stormvloeden hebben ons land geteisterd. Zo ook de watersnoodramp van 1825. Na de tijd van Napoleon was Nederland volop bezig met het herstel van de economie en de directe armoedebestrijding. Het onderhoud van de dijken kreeg daardoor weinig prioriteit.

In november 1824 was er al een zware storm geweest. In dat najaar viel er erg veel regen en veel dijken waren doorweekt en konden eigenlijk geen enkele bescherming meer bieden. De storm van 3 en 4 februari deed de rest. Door de noordwestenwind werd het water de Zuiderzee in gestuwd.

Het water stond mede door een springvloed extreem hoog. De IJssel, het Zwarte Water en de Vecht konden hun water niet kwijt in wat nu het IJsselmeer is. Op maar liefst 65 plekken braken de dijken. In korte tijd verloren 379 mensen in Nederland het leven.

Van de beperkte aandacht die er voor deze ramp is, gaat een groot deel naar het relatief rijke zuidwesten van Friesland. Van de 379 slachtoffers vielen er echter 305 in de armste gebieden van de provincie Overijssel. Ik zou daar zelf misschien ook niet zo bij stil staan als bij die ramp niet twee oud-ouders van mijn echtgenote waren omgekomen.

Dit familiedrama speelde zich af op de veengraverij van Cornelis Dedden in Steenwijkerwold. Daar werkte de turfmaker Jacob Lap, die – ironisch genoeg – in 1811 de achternaam Dijkstra had aangenomen. Samen met zijn vrouw Aaltje en een of twee van hun jongste kinderen woonde hij op die graverij. Niet in een mooie arbeiderswoning, maar in een tent.

In de kolkende massa van de stormvloed werd hun tent weggespoeld. Samen met in ieder geval hun zoontje Tamme en Jacob en Aaltje. Wat er zich precies heeft afgespeeld weten we niet, maar de gravures die gemaakt zijn, geven wel een indruk hoe verschrikkelijk die kolkende watermassa moet zijn geweest.


De hier getoonde afbeelding betreft de overlijdensakte van het zoontje Tamme. Zijn lichaam werd op 5 februari gevonden op het land van ene Harm Berends. Op 10 februari vonden Harm ten Wolde en Jurrien Mulder het lichaam van vader Jacob in het stadsgebied van Steenwijk op het land van de heer Oeffra. Pas op 17 februari (bijna twee weken na de watersnood) werd tenslotte ook het lichaam van moeder Aaltje in het Zuidveen gevonden. 

De vijf oudste kinderen overleefden de ramp. De in 1825 13-jarige zoon Gauke trouwde in 1837. Bij zijn huwelijk stond in de papieren: "Dat op den zeventiende February achttienhonderdvijventwintig is aangegeven dat dien zelve dagen onder Kuinderen is gevonden het lijk van Aaltje Gaukes, huisvrouw van Jan Lap of Dijkstra alsmede het lijk van Jacob Dijkstra echtgenoot dier vrouw, gewoond hebbende in een tente van Cornelis Deddes op Steenwijkerwold en in de watervloed van de 5den February 1825 verdronken."

Terug naar overzicht

Geen hoogdravende meningen of stellingen.

Gewoon wat huis-, tuin- en keukenpraatjes

en soms een beschouwende blik naar 'buiten' .


De praatjes met de plaatjes van 2023 en 2024 zijn gebundeld te vinden in onze digitale archiefkast.